Deze insecten worden ook wel aangeduid als aalputmotjes of motmuggen. In het geval van last van deze rioolvliegjes, kan er mogelijk een probleem zijn in de riolering. Wanneer u deze rioolvliegjes opmerkt, is het verstandig om meteen actie te ondernemen.

Hoe kunt u rioolvliegjes identificeren?

Deze kleine insecten, meestal zo'n 1,5 tot 7 millimeter groot, hebben het vermogen om door de kleinste openingen uw woning binnen te dringen. Hun vleugels zijn groter dan hun lichaam en bedekt met kleine haartjes. Daarnaast hebben ze een grijsgoudkleurig uiterlijk en onderscheiden ze zich door hun twee lange, behaarde voelsprieten op hun kop. Met een levensduur van slechts drie weken als volwassen insecten, weten deze kleine vliegjes zich toch snel voort te planten.

Een vrouwtje legt gewoonlijk 100 tot 200 eitjes per keer, meestal in rottend organisch afval of stilstaand water. Na twee dagen verschijnen de larven en groeien ze uit tot volwassen rioolvliegjes binnen twee tot zes weken. Ze hebben meestal moeite met vliegen en kruipen rond en rusten in de buurt van leidingen, ondanks dat ze 'vliegjes' genoemd worden.

Terwijl ze rustig zijn gedurende de dag, worden ze actief en beginnen ze zich te voeden met rottend materiaal, bacteriën en schimmels zodra de avond valt. Veelal is een rioleringsprobleem, vooral bij kapotte leidingen, de belangrijkste reden voor het hebben van een rioolvliegjesplaag in uw huis. Gewoonlijk worden deze insecten aangetrokken door lekkende gootstenen of verstopte toiletten.

Hoe kunt u op een efficiënte manier rioolvliegjes bestrijden?

Om een plaag te verminderen, moet u de broedplaatsen vinden, vaak in stilstaand water of rottend organisch materiaal. Het is van cruciaal belang om onmiddellijk actie te ondernemen en zelf stappen te ondernemen, zoals het verwijderen van stilstaand water, het reinigen van de afvoer en het zoeken naar lekkages. Het is mogelijk om bij reparaties professionele hulp in te schakelen om het probleem op te lossen.

Het is vaak het geval dat broedplaatsen zich bevinden op locaties die verbonden zijn met het rioleringssysteem, zoals verstopte of lange tijd niet gebruikte afvoeren. Buiten het huis zijn er ook andere plaatsen waar broedplaatsen kunnen ontstaan, zoals beerputten, dakgoten, regenpijpen en drinkbakken. Om te voorkomen dat er een plaag van rioolvliegjes ontstaat, is het van cruciaal belang om hygiëne te handhaven.

Repareer onmiddellijk rioolproblemen, sluit open leidingen af, verwijder organisch afval en zorg ervoor dat afvalbakken goed zijn afgesloten. Denk er ook aan om regelmatig de dakgoten schoon te maken en de afvoeren door te spoelen met heet water en zuiveringszout. Zorg ervoor dat voedsel dat ermee in aanraking komt direct wordt weggegooid.